Hij spreekt niet uit ervaring: zo veel is duidelijk.
‘Wat tank je best: de goedkope Euro95 of de ‘betere’ Euro98?’ titelde HLN gisterenavond. Daarin legde hun mobiliteitsexpert Brecht Vanhaelewyn eerst en vooral het verschil uit tussen de twee brandstoffen.
Euro95 is ook wel E10, omdat het voor tien procent uit ethanol bestaat en voor negentig procent uit dinosap. Super98 is ook wel E5, omdat het voor slechts vijf procent uit ethanol bestaat en nog vijfennegentig procent ouderwets aardsap bevat.
Waarom ze ethanol – alcohol dus eigenlijk – bij benzine pleuren? Voor het milieu natuurlijk. De productie van ethanol is minder belastend voor onze blauwe planeet, dan die van aardsap. Auto’s kunnen ook op alcohol rijden. In Zuid-Amerika zijn er landen die hun vierwieler vol pure ethanol gooien, omdat het er goedkoper is dan benzine. Op YouTube zijn er genoeg filmpjes te vinden van niet-Zuid-Amerikanen die dat niet geloven, voor de lol de tank van hun oude brik vol vodka gieten en dan verbijsterd tot de conclusie komen dat hun ouwe brik het nog gewoon doet.
Vanhaelewyn komt tot de (juiste) conclusie dat je van een auto die bijna niet rijdt, beter 98 tankt vanwege de vervelende eigenschap van ethanol, dat het zich met water bindt. Bij een auto die pakweg een jaar blijft stilstaan met een halfvolle tank, kan dit onaangename gevolgen hebben. Ook met oudere auto’s kan je beter 98 tanken, omdat ethanol agressiever is dan benzine. Leidingen van oudere auto’s zijn daar niet tegen bestand.
Een vreemde conclusie vinden we echter dit:
Een voorkeur voor E5 zal je met name bij sportwagens terugzien. Die verbranden brandstof onder hogere druk en bij hogere temperaturen om er meer energie uit te persen en hebben baat bij een brandstof die beter bestand is tegen die omstandigheden. Maar ook daar: de auto kan in bijna alle gevallen compenseren voor de aanwezigheid van meer ethanol. Het is zelfs twijfelachtig of je eventueel prestatieverlies kan voelen. In theorie verbruik je ook wat meer wanneer je rijdt op E10 (95) in plaats van E5 (98) - vanwege de wat lagere energiedensiteit van de brandstof. Maar in de praktijk zijn de verschillen nauwelijks meetbaar.
Volgens Vanhaelewyn steek je, zelfs met een sportwagen waarvoor Super98 ‘aangeraden’ is, zo’n 13,5 euro per tankbeurt in je zak, wanneer je voor Super95 kiest.
Onze eigenste vierwieler drinkt liefst Super98. Dat hangt in het tankklepje. Van een welbepaald merk zelfs. Shell V-Power, zoals de Super98 bij het merk met de schelp heet. Dat is nog niet eens een ‘sportwagen’, maar eerder een hothatch. Meestal krijgt-ie ook V-Power, al is dat wel deels omdat we niet zo ver van een Shell-tankstation wonen. Als we bij een ander merk tanken, tanken we 98.
Behalve een keer dan, toen we voor deze test een bak Super95 tankten. Ons gemiddeld verbruik voor die bak E10 lag op een erg stevige 9,4 liter per 100 kilometer. Ter vergelijking: met een tank E5 zitten we steeds rond de 7,5 liter. Ons hoogste verbruik sinds we de wagen hebben met Super98, was een keertje 8,3 liter per honderd kilometer. Dat was een tank waarop we uitzonderlijk veel ‘stadsverkeer’ bolden. We hadden ook de indruk dat de gasrespons met Super95 minder was. Maar toegegeven: dat kan ook tussen de oren zitten, we hebben geen metingen van sprintjes gedaan.
Maar goed. Een besparing van gemiddeld 1,9 liter per honderd kilometer wanneer we opteren voor Super98: wat geeft dat in centjes aan de prijzen van vandaag?
Een liter Super95 kost vandaag 1,914 euro. Voor een volle tank van 48 liter zou dat 91,87 euro betekenen. Die brengt ons dan 516 kilometer ver.
Voor een liter Super98 moeten we 2,139 euro neertellen: 102,67 euro voor een volle tank dus, waarmee we gemiddeld 640 kilometer mee kunnen bollen.
Voor Super98 geven we 10,6 euro meer uit, maar we geraken 124 kilometer verder. Om die 124 kilometer te overbruggen, moeten we 9,3 liter benzine tanken, oftewel 19,89 euro. Slotsom: in ons geval steken we net 9,30 euro in onze zak, door Super98 te tanken…
Maar nogmaals: dat geldt voor onze eigen auto, die bij voorkeur Super98 krijgt. Dat het verschil ‘voor een sportwagen die bij voorkeur E5 krijgt, het verschil in de praktijk nauwelijks meetbaar is’, zoals Van Haelewyn beweert in HLN, is dus onwaar. In een auto die ontwikkeld werd om op E10 te rijden, kan je ook beter E10 tanken want daar zal je inderdaad geen verschil merken.
Daarenboven zit er een rekenfoutje in de, euh, berekening Vanhaeleweyn. Hij gaat uit van dezelfde benzineprijzen als wij. Volgens hem bespaar je op een tank van 45 liter, met 1,914 euro voor een liter Super95 en 2,139 euro voor een liter Super98, maar liefst 13,5 euro wanneer je voor een tank Super95 kiest. Tel zelf uit:
1,914 x 45 = 86,13
2,139 x 45 = 96,26
Dat maakt een verschil van 10,13 euro in de plaats van 13,5 euro. Mogelijks leerde Vanhaeleweyn rekenen bij die rekels van de Federale Overheid.
